Ziekenhuis mag geen medische gegevens verstrekken aan beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar

AVG en beroepsaansprakelijkheidsverzkeraar

Ziekenhuis mag geen medische gegevens verstrekken aan beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar

Vraag

Staat een ziekenhuis c.q. arts het vrij zonder medische machtiging van patiënt de voor beoordeling van haar aansprakelijkheidstelling benodigde medische gegevens aan de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van ziekenhuis c.q. arts te verstrekken?

Deze vraag speelde tussen een patiënt die claim had en het Albert Schweitzer ziekenhuis (hierna ASZ).

Antwoord rechter

Verbod verwerking bijzondere persoonsgegevens

De verwerking van bijzondere persoonsgegevens, waaronder medische gegevens, in beginsel verboden is (ex artikel 9 lid 1 AVG). De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (zoals onder meer neergelegd in artikel 10 van de Grondwet) en in het verlengde daarvan het recht op privacy, is één van de meest belangrijke grondrechten. Alleen onder uitzonderlijke voorwaarden kan op deze rechten een inbreuk worden gemaakt.

Beoordeling claim overlaten aan beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar mag maar verstrek geen medische gegevens

ASZ stelt dat het gebruikelijk is dat een arts en/of een ziekenhuis de beoordeling van de aansprakelijkstelling overlaat aan de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar, hetgeen ook volgt uit de GOMA en uit de polisvoorwaarden.

Echter, het mag zo zijn dat ASZ de keuze heeft gemaakt om de beoordeling van de aansprakelijkstelling over te laten aan MediRisk, hetgeen haar ook vrij staat, dit raakt [naam verweerster] niet. Patiënt is niet gebonden aan de GOMA of de polisvoorwaarden. Evenmin is het zo dat, zoals ASZ lijkt te stellen, de keuze van ASZ om de aansprakelijkstelling te laten beoordelen door een derde (in casu haar beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar), met zich brengt dat het verbod op verwerking van medische gegevens van patiënt daardoor niet meer opgaat. De omstandigheid dat dit in de praktijk de beoordeling door de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar lastig zou kunnen maken, is van onvoldoende gewicht om inbreuk te maken op een grondrecht.

Geen uitzondering verwerkingsverbod in geval van rechtsvordering

ASZ beroept zich voorts op artikel 9 lid 2 onder f AVG, waaruit volgt dat artikel 9 lid 1 AVG niet van toepassing is wanneer de verwerking noodzakelijk is voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering of wanneer gerechten handelen in het kader van hun rechtsbevoegdheid. Tijdens de mondelinge behandeling heeft ASZ betoogd dat de uitzondering van artikel 9 lid 2 onder f AVG ook ziet op de buitengerechtelijke fase waarin partijen zich thans bevinden én op het voeren van verweer tegen een aansprakelijkstelling. Dit laatste zou ook volgen uit de Engelse vertaling van artikel 9 lid 2 onder f AVG. ASZ heeft zich ter onderbouwing van haar verzoek eveneens gebaseerd op artikel 6 EVRM. Volgens ASZ is het redelijk dat partijen in de buitengerechtelijke fase van een geschil op dezelfde wijze toegang hebben tot de relevante medische gegevens als in rechte.

De rechtbank volgt ASZ niet in haar betoog. In de AVG worden uitzonderingen gedefinieerd op het verbod tot verwerking van bijzondere persoonsgegevens, waaronder medische gegevens. De uitzondering waar ASZ op doelt ziet echter op de procedure in rechte en niet op de situatie waarin partijen, zoals nu, in onderhandeling zijn.
Ook artikel 6 EVRM ziet op de gerechtelijke procedure en geeft geen waarborgen voor het proces van onderhandelingen buiten rechte. ASZ kan daarom in deze fase van het geschil geen beroep doen op deze artikelen. Evenmin kan een beroep op de redelijkheid en billijkheid er toe leiden dat het toepassingsbereik van deze artikelen wordt opgerekt tot de buitengerechtelijke fase. Dit alleen al niet omdat de buitengerechtelijke fase, waarin partijen vrij zijn de kaders van de afwikkeling van hun geschil zelf te bepalen, een wezenlijk andere fase is dan de gerechtelijke procedure. Indien het tussen partijen komt tot een gerechtelijke procedure komt ASZ uiteraard wél een beroep op bovengenoemde artikelen toe.

Ziekenhuis beschikt reeds over de medische gegevens op grond waarvan zij zich kan verweren

De rechtbank volgt ASZ ook niet in haar betoog dat het ter beoordeling van de aansprakelijkstelling noodzakelijk is dat zij, al dan niet met machtiging van patiënt, de medische gegevens van patiënt deelt met MediRisk omdat ASZ en de medisch adviseur van MediRisk enkel in staat zijn de medische kant van de zaak te beoordelen en niet de juridische kant. Daartoe is het volgende van doorslaggevend belang.
ASZ beschikt reeds over de medische gegevens van patiënt op grond waarvan zij zich kan verweren tegen de aansprakelijkstelling van patiënt. De wens van ASZ om de beoordeling van de aansprakelijkstelling aan MediRisk uit te besteden kan zij – zoals reeds overwogen – niet aan patiënt tegenwerpen. Dit geldt ook voor eventuele verplichtingen van ASZ die voortvloeien uit een tussen haar en MediRisk bestaande (contractuele) relatie.
Los van het bovenstaande heeft (de advocaat van) patiënt tijdens de mondelinge behandeling te kennen gegeven dat het advies van de medisch adviseur van MediRisk gedeeld kan worden met een jurist zonder dat deze jurist kennisneemt van het medisch dossier van patiënt. Indien hiervoor een machtiging van patiënt is vereist, zal patiënt hiervoor een specifieke machtiging afgeven. Tevens heeft patiënt er geen bezwaar tegen indien de medisch adviseur communiceert met betreffende arts van het ziekenhuis. Tot slot staat patiënt er niet onwelwillend tegenover om (stapsgewijs) machtigingen te verlenen indien ASZ haar verzoekt om die te verlenen. Patiënt wenst echter in eigen hand te houden wie kennisneemt van haar medische gegevens.

Rechter: Ziekenhuis heeft geen noodzaak om ter behandeling en beoordeling van de aansprakelijkstelling medische gegevens te verstrekken

Hetgeen hiervoor is overwogen leidt tot de conclusie dat er reeds hierom voor ASZ geen noodzaak bestaat om ter behandeling en beoordeling van de aansprakelijkstelling van patient haar medische gegevens (al dan niet met machtiging van patient) aan MediRisk te verstrekken en dat ASZ gehouden is de aansprakelijkstelling in behandeling te nemen in die zin dat zij zoveel als mogelijk een standpunt inneemt over de door patiënt geuite verwijten.

Uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2020:3430