14 mrt Zijn algemene voorwaarden of andere juridische teksten auteursrechtelijk beschermd?
Een interessante zaak/uitspraak over de auteursrechten op algemene voorwaarden of andere juridische teksten.
In deze zaak stelt eiser dat een gedaagde inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten op zijn algemene voorwaarden c.q. juridische teksten. Volgens eiser heeft gedaagde inbreuk gemaakt op de auteursrechten van eiser door de algemene voorwaarden van eiser zonder haar toestemming te verveelvoudigen en openbaar te maken.
Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, is vereist dat het desbetreffende werk een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Het werk moet oorspronkelijk zijn, in de zin dat het een eigen intellectuele schepping van de maker is die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk.
Eiser stelt dat zijn algemene voorwaarden voldoet aan deze eisen, omdat er sprake is van eigen woordkeuzes, eigen zinsconstructies, keuzes met betrekking tot de hoeveelheid te behandelen onderwerpen gelet op de bedrijfsvoering, de lengte van de teksten, de indeling en de gekozen sancties bij niet-naleving van de voorwaarden.
In zijn algemeenheid is verdedigbaar dat algemene voorwaarden vrije creatieve keuzes bevatten en daardoor een werk in de zin van de Auteurswet zijn. Eiser laat echter na om concreet aan te wijzen welke vrije creatieve keuzes de maker heeft gemaakt. Er lijkt te zijn gekozen voor zuiver juridische tekst, die beoogt op doelmatige wijze juridische voorwaarden vast te leggen. Eiser heeft niet inzichtelijk gemaakt met welke woordkeuzes en zinsconstructies de maker uitdrukking heeft gegeven aan zijn persoonlijke schepping, en niet slechts in juridisch opzicht intelligente voorwaarden heeft geformuleerd. Hetzelfde geldt voor de gekozen onderwerpen waarmee is getracht aansluiting te zoeken bij het type en de omvang van de bedrijfsvoering van eiser. Ook bij de keuze voor de lengte van de teksten, de indeling en de gekozen sancties zal sprake zijn geweest van een daarmee beoogde doelmatigheid voor het gebruik als algemene voorwaarden. Naar het oordeel van de rechtbank is er dan ook geen sprake van een oorspronkelijk werk in de zin van de Auteurswet.
Eiser heeft zich subsidiair nog beroept op het leerstuk van de commune onrechtmatige daad. Dat beroep gaat evenmin op. Het profiteren van de prestatie van een concurrent is in beginsel niet onrechtmatig. Slechts onder bijzondere omstandigheden kan dat anders zijn. Het enkele feit dat gedaagde profiteert van de kosten die eiser heeft gemaakt om goede algemene voorwaarden op te laten stellen, is daartoe onvoldoende. Daarbij is nog van belang dat eiser niet betwist dat haar oprichters , na de oprichting van hun eigen onderneming aanvankelijk de algemene voorwaarden van (de rechtsvoorganger van) gedaagde hebben overgenomen en gebruikt. Zij vonden deze handelwijze op dat moment derhalve ook niet onbetamelijk.
Zie hier de uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2019:2346