Hoe het internet steeds minder leuk wordt: de Auteursrechtrichtlijn

Hoe het internet steeds minder leuk wordt: de Auteursrechtrichtlijn

Het vrije internet, het internet zoals we dat vroeger kenden, wordt eigenlijk steeds minder leuk. Meeste recente bijdrage uit Brussel voor de afbraak van het vrije internet is de Auteursrechtrichtlijn (Copyright Directive). Er zijn twee belangrijke dingen die het internet wezenlijk kunnen gaan veranderen en minder leuk gaan maken: uploadfilter en de linktax.

Uploadfilter

Hoewel de  het woord uploadfilter niet letterlijk gebruikt wordt in de richtlijn, zegt artikel 17 van de richtlijn dat aanbieders van online diensten die materiaal delen dat is geüpload, toestemming of licentie moet hebben met de auteursrechthebbende.

De vraag die dan opkomt is: hoe dan? Want het is niet zo eenvoudig om met jan-en-alleman licentieovereenkomsten te sluiten. Het antwoord is dan: “uploadfilter”. De aanbieders van online diensten dienen dus iets te hebben waarmee al in een vroeg stadium gedetecteerd kan worden of er sprake is van uploaden van inbreukmakend materiaal. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor YouTube, Facebook, Instagram en Twitter. Maar eigenlijk voor alle socials.

In een concept van de richtlijn stond nog dat aanbieders die grote hoeveelheden geüpload materiaal opslaan en publieke toegang daartoe verlenen, die verplichting hadden. Maar die nuance is nu verplaatst naar de definitie (wat ons betreft blijft dit een escape, impliciet). Daarnaast is er nog een expliciete escape voor kleine aanbieders van online diensten. Dat zijn aanbieders die minder dan 50 werknemers in dienst hebben en minder dan € 10 miljoen jaaromzet hebben. Daarnaast, moeten die aanbieders hun diensten niet langer dan drie jaar in de Europese Unie aanbieden en mogen ze maximaal vijf miljoen bezoekers verwerken per jaar. Tja, men kon natuurlijk niet letterlijk zeggen het gaat om Google en Facebook.

Welke bezwaren kleven hier nu aan?

Een van de bezwaren is dat de uploadfilters zo zullen werken, dat bijvoorbeeld parodieën, niet meer doorgelaten zullen worden als die gebaseerd zijn op werken van derden. Denk aan bijvoorbeeld verschillende memes en animated gifs. Niet altijd even grappig of smaakvol, maar soms ook wel, en daar zit hem de crux. Want wie gaat strakjes beoordelen of een parodie, kritiek of recensie kan? En wie gaat straks beoordelen of iets een parodie, kritiek of een recensie is? Als we dat een filter kunnen leren, zouden we al heel ver zijn met artificial intelligence en machine based learning. En zo ver zijn we nog niet, dus alles wat riekt naar inbreuk zal worden gewoon worden geweerd.

Zo geeft Brussel weer meer macht aan die partijen (Google, Facebook, etc.) waarvan Brussel soms ook zegt dat ze te veel macht hebben.

Dit is niet het enige stuk wetgeving waarbij dat soort partijen meer macht krijgen. Denk ook aan de e-Privacyverordening die straks bij makers van browsers (Apple (Safari), Google (Chrome)) de verantwoordelijkheid legt om third-party-cookies standaard te weren. Het lijkt een trend.

En hoe gaan nieuwe partijen straks diensten ontwikkelen? Diensten die grote hoeveelheden geüploade materialen opslaan en publieke toegang daartoe verlenen? Die zullen op termijn gedwongen moeten winkelneren bij de grote partijen die het al op orde hebben. Bijvoorbeeld door middel van (betaalde) API. Zo bepalen in de toekomst wellicht enkele grote partijen wat op het internet te zien is. Het algoritme bepaalt: “computer says no” – en dan is het ook zo.

Daarnaast druist het ook in tegen het beginsel dat tussenpersonen die hosting, toegang tot content bieden en acces providers in beginsel niet aansprakelijk zijn en slechts fungeren als doorgeefluik, waarbij de hosting- en contentproviders wel aansprakelijk zijn als zij op evident inbreukmakend materiaal gewezen worden en de toegang dan niet ontzeggen (notice and take down). Blijkbaar was dit niet meer afdoende voor auteursrechtelijk beschermd materiaal. Het is de comeback van de uitgeef-, muziek- en filmindustrie.

Linktax

De link is de meest fundamentele bouwsteen van de het wereldwijde web. Tim Berners Lee bedacht HTML. De taal waarmee je informatie op een grafische manier kon weergeven in een verbonden omgeving. Belangrijkste element van die taal was de hyperlink. Met de hyperlink kon de gebruiker van de ene webpagina naar de andere webpagina navigeren zonder het adres van de opvolgende webpagina te hoeven weten en/of in te hoeven toetsen in de browser.

Excursie door de tijd aan de hand van drie zaken

Door de jaren heen zag je dat er geprocedeerd werd over de hyperlink. Zo begon het met Kranten.com. Zij presenteerden (en doen dat nog steeds) een overzicht van de Nederlandse kranten met daarbij de krantenkop, en stukje tekst dat de website dan overnam van de digitale editie van de krant. De rechter vond dat dat moest kunnen. Dit viel volgens de rechter onder de nieuwsexceptie.

Tussendoor kwam Jaap. Jaap nam het aanbod over van Funda. Laatstgenoemde was daar niet blij mee, en legde het voor aan de rechter. Hoewel Jaap die zaak verloor, gaf de rechter wel mee dat een link, een stukje overgenomen tekst van 155 leestekens en het overnemen van plaatjes van Funda met een resolutie van 194 x 145 (zou nu veel te klein zijn) kan gelden als citaat (ook een exceptie onder de Auteurswet van 1912).

Recentelijk zagen we nog de zaak Geenstijl versus Playboy. Daar linkte het toen-nog-blootblad naar de pikante afbeeldingen van Britt Dekker. Gezegd moet zijn dat Geenstijl linkte naar afbeeldingen die zonder toestemming van Playboy (door een derde) online waren gezet. Die zaak ging helemaal naar Europese Hof van Justitie. Die bepaalde dat de link inbreuk maakte op de auteursrechten van Playboy. Dat was te verwachten.

Wat behelst nu de linktax?

Het gaat hier feitelijk om een nieuw exploitatierecht voor uitgevers van nieuws. Ingevolge de richtlijn moeten die exploitanten ook een stuk van de worst kunnen krijgen als naar hun publicaties (door middel van een link) verwezen wordt door diensten van de informatiemaatschappij als daarbij meer dan enkele woorden of meer dan zeer korte fragmenten gebruikt worden.

Verder valt op dat dit meedelen in de opbrengsten niet geldt voor: “handelingen op het gebied van hyperlinking”. Wij gaan er voor het gemak van uit dat het dan gaat om slechts een link met een korte beschrijving of het overnemen van een enkele kop (zoals bij kranten.com). Wat ons betreft is die toevoeging (handelingen op gebied van hyperlinking) verwarrend omdat feitelijk beschreven wordt wanneer er wel moeten worden meegedeeld in de opbrengsten en wanneer niet.

Gaat de linktax ook echt werken?

Dat is nog maar de vraag. In Duitsland en Spanje hadden ze al soortgelijke nationale wetgeving. Google deed gewoon niet meer mee. Google stopte met indexeren. De uitgevers van nieuws waren er daarna als de kippen bij om Google een gratis licentie te geven, want de bezoekersaantallen van de getroffen uitgevers daalden dramatisch. De business case was snel gemaakt.

 

Zo wordt het internet weer een stukje minder leuk.