top of page

Wetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht herhaalt fouten uit het verleden

  • Foto van schrijver: Mr. Lennert D. Ouwerkerk (LL.M.)
    Mr. Lennert D. Ouwerkerk (LL.M.)
  • 20 nov 2013
  • 3 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 1 okt 2024

Civiele procedures moeten veel simpeler kunnen door burgers en bedrijven hun procedure bij de rechter via internet te starten. Dat is althans de gedachtegang die achter het wetsvoorstel moet liggen dat minister Opstelten 24 oktober indiende. De nieuwe wet moet de rechtspraak beter, sneller en goedkoper maken. Zo moet het moeilijker worden om het proces te rekken, dankzij een basisprocedure die bestaat uit nog maar één schriftelijke ronde en een veel snellere mondelinge behandeling. Op zich zijn dit goede ideeën, maar of het in de praktijk de gewenste uitwerking zal brengen is nog maar de vraag. Onder voorgestelde wet wordt het voor bedrijven en advocaten verplicht om digitaal te procederen. De dagvaarding wordt afgeschaft en vervangen door een verzoekschrift, wat voor kortere termijnen moet gaan zorgen. Het is natuurlijk de hoogste tijd dat de rechtspraak gedigitaliseerd wordt, de rest van de wereld bevindt zich allang in het digitale domein, maar we zouden er goed aan doen ons te bezinnen op de uitvoering. In de huidige vorm gaat de wet niet bereiken wat hij beoogt, namelijk het versimpelen en verkorten van het civiele proces. De tegenpartij jennen met het rekken van een proces, door niet alle informatie direct vrij te geven, of door vaak uitstel te vragen, moet volgens Opstelten lastiger worden in de nieuwe opzet. In de eerste schriftelijke ronde moet de rechter alle informatie krijgen en alleen echt nieuwe feiten zijn hierna nog relevant. De mondelinge behandeling moet in beginsel binnen vijftien weken plaatsvinden. In beginsel, want het wetsvoorstel laat nog veel mogelijkheden tot rekken ongedekt. Sterker nog, er komt er gelijk één bij.

Rekken nog altijd mogelijk

Op de eerste pagina van het wetsvoorstel wordt al duidelijk dat de mogelijkheid om een zaak te rekken gewoon blijft bestaan. Je kunt een zaak namelijk per e-mail of brief aan de wederpartij  sturen. Komt de wederpartij niet opdagen tijdens de behandeling van de zaak, dan kan de rechter besluiten de zaak uit te stellen omdat de e-mail of brief mogelijk niet ontvangen is. In dat geval moet er alsnog een deurwaarder ingeschakeld worden. Gedaagden die onder de huidige wetgeving een zaak willen rekken, kunnen dat onder de nieuwe wetgeving dus nog net zo eenvoudig doen. Een jurist zou zelfs kunnen adviseren om niet te komen opdagen voordat de oproep betekend is. De rechter kan je niet bij verstek veroordelen en dan dient de deurwaarder er alsnog aan te pas te komen. En dan heb je weer de vertraging die je nu juist probeerde te voorkomen.

De gesneuvelde formulierdagvaarding

Een en ander doet denken aan de invoering van de formulierdagvaarding in 1991. Naast de verzoekschriftprocedure, kwam er een procedure met dubbele rechtsingang voor kantonrechterzaken. Dagvaarding werd hierdoor op twee verschillende wijzen mogelijk. De dagvaarding kon door de gerechtsdeurwaarder betekend worden, maar er kon ook een  formulierdagvaarding door de eisende crediteur bij de griffie worden ingediend. Die zou dan zorg moeten dragen voor aangetekende verzending naar de debiteur.  De formulierdagvaarding was aan veel kritiek onderhevig en is inmiddels van het toneel verdwenen. Vooral particulieren bleken problemen te hebben met het invullen van het formulier (het werd een rommeltje), waardoor het maar nauwelijks werd gebruikt. Werd het al gebruikt dan ontkende de wederpartij vaak dat ze de dagvaarding had ontvangen, waardoor de deurwaarder een eventueel verstekvonnis feitelijk niet kon executeren. Moest een eiser weer opnieuw beginnen.

Leren van fouten uit het verleden

Het huidige wetsvoorstel lijkt eenzelfde lot beschoren. Hoe gaat het er voor zorgen dat de problemen bij het invullen dit keer voorkomen worden? Hoe gaat  het écht rekken van zaken tegen? Wie controleert de gegevens van de wederpartij? De griffier? Het argument dat het bij de huidige verzoekschriften ook goed gaat, is hier niet geldig. Meestal betreft het hier personen- en familierecht, waarbij de wederpartij bekend mag worden geacht. Maar hoe zit dat bij incassozaken? Initiatieven die de rechtsgang digitaliseren zijn toe te juichen, maar willen we het goed doen, dan zullen we moeten leren van onze fouten in het verleden. We moeten er voor oppassen dat we niet het kind met het badwater weggooien en de problemen veroorzaken die we nu juist probeerden op te lossen.   Download hier de tekst van het wetsvoorstel en download hier de toelichting daarop.

Deze blogpost verscheen in gewijzigde vorm in het
Financieel Dagblad van 20 november 2013
, en is geschreven in het kader van
Dagvaard.nu
.

bottom of page